Beleid
​

Reliekhouder H. Lucia. Petrus Verhoeven uit Uden. C.a. 1780. Kunstcollectie
Sint Luciakerk Ravenstein
De maagd stak zichzelf de ogen uit
​
‘Lucia laat de dagen dijen’ en ‘Lucia maakt de langste nacht, half juni maakt de langst dag’. Vreemde weerspreuken voor 13 december. Voor de invoering van de Gregoriaanse tijdrekening in 1582 werd Lucia echter op 23 december gevierd en viel haar feestdag praktisch samen met de midwinterdag.
Het schooljaar werd afgesloten, nieuwe verdragen opgesteld. En bovenal was Lucia het feest van het licht. In Zweden kent men nog altijd het fenomeen 'Luciabruiden', dat sinds de oorlog veel weg heeft van een 'Miss Sweden' verkiezing. Gekleed in rood (martelares) en wit (maagd) en het hoofd omkranst met elektrische kaarsen bezoeken de meisjes, in navolging van Lucia die haar bezittingen aan de armen schonk, ziekenhuizen en armen- en bejaardeninstellingen om geschenken uit te delen. In Nederland was dit gebruik tot voor kort nauwelijks in zwang. Alleen in het Limburgse Beek kende men een min of meer vergelijkbare Lucia verering. Nu dreigt Lucia als lichtheilige alsnog nationale roem te verwerven. Met dank aan een bekend Zweeds warenhuis met landelijke dekking.
​
Over het bestaan van Lucia bestaat, door de vondst van haar graf en een inscriptie uit het begin van de vijfde eeuw waarin van haar verering melding wordt gemaakt, meer zekerheid dan over dat van andere heilige maagden als Barbara en Catharina. Voor haar vita zijn wij echter aangewezen op haar legende. Lucia leefde ten tijde van keizer Diocletianus, een notoir christenvervolger. Zij zou afstammen van een voorname familie uit Syracuse op Sicilië. Toen haar moeder aan bloedvloeiing leed, maakte zij met haar een bedevaart naar het graf van de heilige Agatha in het noordelijker gelegen Catania. Agatha werd aangeroepen tegen vrouwenziekten, omdat men haar bij de marteling de borsten had afgesneden. Uit dank voor de genezing van haar moeder verdeelde Lucia haar bezittingen onder de armen en verbrak haar verloving.
​
Waarop de afgewezen minnaar haar prompt aangaf bij de autoriteiten. Als straf werd zij in een bordeel geplaatst en toen zelfs dat haar niet van haar geloof kon afbrengen tussen vier ossen gespannen. Ook hierdoor bleef zij onaangedaan, net als door de brandstapel waarop zij vervolgens werd vastgebonden. Uiteindelijk bracht men haar in 303 om het leven door een dolksteek in haar nek. Volgens een latere toevoeging aan haar legende zou zij zich de ogen hebben uitgestoken om onaantrekkelijk te worden voor haar verloofde.
​
Al deze elementen keren terug in de volksdevotie. Lucia is patroon tegen keelziekten en in de kunst wordt zij voorgesteld met een dolk of zwaard door haar hals. Vanaf de late middeleeuwen wordt zij ook aangeroepen tegen oogkwalen. De toevoeging aan haar legende en de, overigens onjuiste, associatie van haar naam met het latijnse woord voor licht (lux) gaven hiervoor de doorslag. Als oogheilige werd zij in Limburg een geduchte concurrente van van Odilia van Odiliënberg. Door de Hervorming kwam haar verering onder druk te staan.
Behalve in de zogenaamde 'Vrije Heerlijkheden', enclaves in Noordoost Noord-Brabant en in grote delen van het huidige Limburg die niet tot de Republiek behoorden. Ravenstein ontwikkelde zich tot een bedevaartsoord voor Lucia en trok veel volk uit omringende Staatse gebieden. Uit een achttiende-eeuws prentje blijkt dat het aantal patronaten zich had uitgebreid: Bijzondere patronesse tegen Brand, kwaade keele en ogen, Roode Loop, Heete Koorsten en andere Besmettelijke Ziektens. H.Lucia, Patronesse van Ravenstein en Omliggende Plaatzen, Bid voor ons.
​
Steensel, onder Eindhoven, kent een eeuwenoude Luciaverering die zelfs onder Protestants bestuur op bescheiden schaal doorgang vond. De Luciakerk is van eind veertiende eeuw, het Luciagilde (-broederschap) van circa 1500. Op de zondag het dichtst bij 13 december wordt haar feestdag in aanwezigheid van het gilde met vlagvertoon en tromgeroffel luisterrijk gevierd en ook door het jaar heen is er nog altijd veel vraag naar het rode 'Luciadraadje', een verwijzing naar de bloedvloeiing van haar moeder. Vroeger werd het in een knoopsgat gedragen, tegenwoordig veelal weggestopt in de portemonnee. Met het draadje ontvangen de gelovigen ook een litanie ter ere van Lucia waarin haar patronaten niet worden vergeten: ...heilige Lucia, patrones tegen bloedingen en bloedziekten, bid voor ons. heilige Lucia, beschermster tegen keel- en oogziekten, bid voor ons. heilige Lucia, voorspreekster in alle nood, bid voor ons.
Bron: Trouw 12 december 2007, Wouter Prins
(Conservator van het Museum Krona in Uden)
